vul in: d of t

kwijt  

goed  

krijt  

hand  

band  

klant  

wereld  

blind  

boot  

liefst  

rond  

olifant  

kind  

fluit  

inkt  

blad  

draad  

rijst  

herfst  

rest  

En nu in een zin

Het sportveld   ligt naast mijn huis.

Ik lees elke dag de krant   .

Een olifant   heeft een lange slurf.

Heb jij het reglement   gelezen?

De leraar haalt een landkaart   tevoorschijn.

De band   van mijn fiets is stuk.

Mijn beste vriend   heet Jan.

Het was niet mijn schuld   dat ik te laat   in de les was

doe het licht   eens aan.

Marlies haalt haar paard   uit het hok.