vul in: d of t

olifant  

boot  

maand  

kat  

geld  

rond  

hout  

liefst  

wereld  

veld  

bord  

paard  

krant  

fluit  

kind  

draad  

band  

goed  

fruit  

blad  

En nu in een zin

Papa geeft de plant   te weinig water

Het was niet mijn schuld   dat ik te laat   in de les was

Ik lees elke dag de krant   .

Heb jij het reglement   gelezen?

De band   van mijn fiets is stuk.

Onze juf tekent op het bord   .

Een olifant   heeft een lange slurf.

Brussel is onze hoofdstad   .

Het sportveld   ligt naast mijn huis.

De leraar haalt een landkaart   tevoorschijn.