vul in: d of t

kwijt  

brood  

geld  

hout  

veld  

hond  

krant  

nooit  

land  

herfst  

plant  

hand  

rest  

draad  

rijst  

wereld  

blad  

tijd  

kat  

goed  

En nu in een zin

Heb jij het reglement   gelezen?

Het sportveld   ligt naast mijn huis.

Papa geeft de plant   te weinig water

Een olifant   heeft een lange slurf.

Ze tennissen op het tennisveld   .

Brussel is onze hoofdstad   .

Het was niet mijn schuld   dat ik te laat   in de les was

Mijn beste vriend   heet Jan.

Er ligt een ei in het vogelnest   .

De band   van mijn fiets is stuk.