vul in: d, t of dt

Wie raadt het juiste antwoord   ?

Onze piano wordt morgen gestemd   .

Verstond   je de vraag niet?

Vind   jij ook dat we veel geluk hadden?

Het water wordt heel heet.

Schud   jij de kaarten even?

Het vliegtuig landt binnen tien minuten.

Wat gebeurt   er op straat?

De meester belooft   geen huiswerk te geven.

Hij verspert   ons de weg.

Er wordt al jaren aan deze kerk gewerkt.

Bindt je kleine broer zijn veters al zelf?

De film werd op een eiland gedraaid   .

Bind   je kleine broer zijn veters eens!

Weet jij waar papa heen rijdt ?