vul in: d, t of dt

Vind   jij ook dat we veel geluk hadden?

Onze piano wordt morgen gestemd   .

Hij verspert   ons de weg.

Iedereen verheugt   zich nu al op de vakantie.

In onze straat bevindt zich geen bushalte.

Wat vind   jij daar nu van?

De meester belooft   geen huiswerk te geven.

Wendt u zich maar tot de manager.

Er wordt al jaren aan deze kerk gewerkt.

Het water wordt heel heet.

De film werd op een eiland gedraaid   .

Weet jij waar papa heen rijdt ?

Wat gebeurt   er op straat?

Mijn oma bidt drie keer per dag.

Bind   je kleine broer zijn veters eens!