vul in: d, t of dt

Wie raadt het juiste antwoord   ?

Wendt u zich maar tot de manager.

Wat gebeurt   er op straat?

Het vliegtuig landt binnen tien minuten.

Hij leidt een succesvol bedrijf.

Wat vind   jij daar nu van?

In onze straat bevindt zich geen bushalte.

Vind   jij ook dat we veel geluk hadden?

Weet jij waar papa heen rijdt ?

Bind   je kleine broer zijn veters eens!

Hij verbindt de twee uiteinden aan elkaar.

De meester belooft   geen huiswerk te geven.

Onze piano wordt morgen gestemd   .

Er wordt al jaren aan deze kerk gewerkt.

Wat is er gisteren precies gebeurd   .